Hoe kan je waarde creëren via duurzaamheidsrapportering? In deze Insight vertellen onze klanten allnex, Lamifil en Den Berk Délice hoe zij concurrentievoordeel halen uit een sterk ESG-beleid. Ze doen dat vanuit hun perspectief in respectievelijk de chemische sector, de non-ferrometaalsector en de agrofoodsector.
Davy De Clercq is Sustainability Director bij allnex, de grootste producent van industriële coatingharsen ter wereld. allnex heeft meer dan 30 productievestigingen en 20 onderzoekscentra wereldwijd en telt meer dan 4.000 medewerkers. allnex valt onder de rapportering volgens de CSRD. Filip Goris is CEO van Lamifil, een producent van duurzame koper- en aluminiumoplossingen voor energie- en transportnetwerken met ongeveer 260 werknemers en meer dan 450 klanten in 75 landen. Lamifil kiest er vrijwillig voor om een CSRD-compliant rapport te maken. En Kristof Rombouts is Coördinator Aankoop en Duurzaamheid bij Den Berk Délice, een kmo met meer dan 1.000 medewerkers die zich specialiseert in de productie van kerstomaten en andere snackgroenten voor de Europese markt. Den Berk Délice kiest voor rapportering in lijn met de CSRD.
Met hen snijden we drie thema’s aan: de wettelijke kaders voor duurzaamheidsrapportering, datamanagement en auditing, en waardecreatie en communicatie.
De Europese wettelijke kaders rond duurzaamheid en duurzaamheidsrapportering zijn volop in beweging. Maar Europa is niet de enige regio die bedrijven verplichtingen oplegt. Ook elders worden er stappen gezet.
Zien jullie dat ook in de praktijk, Davy?
Davy: “Ja. In de toekomst zullen we moeten voldoen aan de Australische wetgeving. Die verplicht onze plaatselijke afdeling bijvoorbeeld om over klimaatrisico’s te rapporteren – mét een bijbehorende audit. En zelfs in sommige Chinese regio’s geldt een Clean Air Act: wie daar niet aan voldoet, moet zijn activiteiten stopzetten.”
“Met andere woorden: ja, Europa vraagt veel van bedrijven, maar dat werk kunnen we ook in andere delen van de wereld laten renderen.”
Filip, Lamifil heeft plannen om uit te breiden in de VS. Maakt het voor jullie een verschil dat het land zijn klimaatambities heeft teruggeschroefd?
Filip: “Bij onze Amerikaanse partners merken we daar weinig van. Bedrijven als Boeing of NASA kunnen niet om duurzaamheid heen: het zijn internationale spelers met een wereldwijde waardeketen, waardoor ze automatisch ook naar Europa kijken.”
Den Berk Délice heeft straks geen rapporteringsplicht meer, Kristof, maar net als Lamifil hebben jullie beslist om toch de CSRD als kader te gebruiken, met 1.000 datapunten in plaats van de 100 van de VSME voor kmo’s. Waarom die keuze?
Kristof: “Eigenlijk was het een vanzelfsprekende keuze. De CSRD helpt ons om de talrijke vragen van onze CSRD-plichtige klanten – vooral grote retailers – efficiënt te beantwoorden. Elke klant legt andere accenten, maar dankzij het CSRD-kader kunnen wij op onze materiële thema’s blijven focussen in plaats van telkens in te spelen op individuele verzoeken.”
Databeheer is cruciaal bij duurzaamheidsrapportering, maar in veel organisaties blijft het een achilleshiel. Inzicht krijgen in welke data je moet verzamelen is de eerste stap; documenteren en in kaart brengen de volgende: waar komt deze informatie vandaan, wie is verantwoordelijk? Pas daarna kun je op zoek gaan naar software die datamanagement vereenvoudigt.
Lamifil heeft de voorbije jaren zijn databeheer gestroomlijnd. Hoe hebben jullie dat aangepakt, Filip?
Filip: “We hadden ontzettend veel data, maar die waren versnipperd over verschillende systemen – van energiemonitoring tot Excel-bestanden. Het afgelopen jaar hebben we fors geïnvesteerd in een datawarehouse in Power BI, het bedrijfsanalyseplatform van Microsoft. Daardoor zijn alle data nu centraal beschikbaar en werken we met één uniforme set datapunten en definities. We rapporteren niet langer jaarlijks, maar elk kwartaal, waardoor we sneller inzichten krijgen en gerichter kunnen bijsturen.”
Davy, jullie gebruiken een gespecialiseerd ESG-platform om data te verzamelen, beheren, analyseren en rapporteren. Is dat een logische keuze voor een wereldwijd vertakt bedrijf?
Davy: “Absoluut. Vijf jaar geleden hebben we Excel ingeruild voor UL360, een waardevolle tool omdat iedereen ermee werkt en elke KPI dezelfde definitie heeft. We vragen data altijd op het meest gedetailleerde niveau. We kijken bijvoorbeeld niet alleen naar het totale waterverbruik, maar registreren ook de bron: leiding-, oppervlakte- of regenwater. Die mate van detail is belangrijk, zeker als je met verschillende wetgevingen te maken hebt.”
“We investeren ook veel tijd in interne audits om te verzekeren dat alle processen correct verlopen. Zo zijn we meteen goed voorbereid op de externe audit.”
Auditing vraagt veel tijd en energie. Filip, hoe benaderen jullie dat proces?
Filip: “Eerst voeren we met onze auditor een verkennend gesprek over het proces zelf, de timing enzovoort. We kozen samen voor een stapsgewijze aanpak, met eerst een assurance over onze dubbele materialiteitsanalyse en de inhoudstafel van het ESG-rapport. Die vond al in het voorjaar van 2025 plaats. In juni hebben we afgestemd over het verdere verloop: de audit van de KPI’s en het volledige rapport. Dat verloopt nu stapsgewijs, zodat we in mei 2026 zeker zijn dat het rapport compliant is. Het hele proces neemt bijna een jaar in beslag – dat is niet niets, maar het versterkt onze geloofwaardigheid: de buitenwereld mag ervan uitgaan dat het klópt wat je over jezelf vertelt.”
Davy: “Auditing legt pijnpunten bloot, vergroot je betrouwbaarheid bij stakeholders, en helpt mij als Sustainability Director ook in discussies met bijvoorbeeld het management: de cijfers over bijvoorbeeld ons energieverbruik zijn geaudit, dus daarover bestaat geen discussie.”
Door de vereenvoudigde regelgeving rond rapportering komt de focus opnieuw te liggen op waardecreatie meer dan op loutere compliance. ESG-data worden almaar belangrijker voor klanten, maar bijvoorbeeld ook voor financiële partners. Kristof, Den Berk Délice is vorig jaar in handen gekomen van een Nederlandse investeerder. Stelde die voorwaarden op het vlak van rapportering?
Kristof: “Ja. We investeren in duurzaamheid in de eerste plaats voor onszelf: we willen toekomstbestendig zijn. Maar ons rapport heeft zeker geholpen om de juiste investeerders aan te trekken. Het wekt vertrouwen en helpt hen om aan hún verplichtingen te voldoen.”
“Ook in onze relatie met andere stakeholders is het rapport niet weg te denken. Bij onze klanten vormt het de basis voor gesprekken over samenwerking. Het biedt een transparant beeld van onze organisatie, wat helpt om talent aan te trekken dat zich daarin herkent. En wat vaak onderbelicht blijft: het ondersteunt ook de relatie met lokale overheden, bijvoorbeeld bij het vernieuwen van vergunningen.”
Filip, hoe sterk is de link tussen duurzaamheidsrapportering en waardecreatie bij Lamifil?
Filip: “Heel sterk. Net door onze duurzaamheidsinspanningen hebben we het voorbije jaar contracten binnengehaald met netbeheerders als Elia in België en TenneT in Nederland. Tegenover niet-Europese concurrenten is duurzaamheid een belangrijke onderscheidende factor, zeker op een veeleer conservatieve markt als de onze.”
“Onze klanten zijn bovendien bereid om meer te betalen voor duurzamere producten. De laatste vijf jaar is onze rentabiliteit enorm gestegen door onze focus op oplossingen die bijdragen aan de energietransitie en duurzame mobiliteit.”
En bij allnex, Davy? Zijn klanten daar ook bereid om meer te betalen voor duurzamere producten?
Davy: “Nog niet, nee. Onze klanten stellen hoge eisen: ‘We willen producten met een kleinere koolstofvoetafdruk’, zeggen ze, ‘maar het liefst ook technisch performanter én goedkoper.’ Dat is een mooie uitdaging voor onze R&D-afdeling. Als we erin slagen een product op de markt te brengen dat aan al die verwachtingen voldoet, maken we het verschil.”
Om stakeholders te overtuigen heb je ook een sterk verhaal nodig. Kristof, in jullie rapport combineren jullie CSRD-verplichtingen met storytelling. Is die combinatie altijd vanzelfsprekend?
Kristof: “Zeker niet, maar we doen het bewust. We willen niet alleen verplichtingen afvinken, maar ook laten zien welke weg we afleggen – en op die manier kleur toevoegen aan al die zwart-witte data. Dat blijft hangen bij je stakeholders. Door je verhaal breed te communiceren, vergroot je het engagement en maak je de weg naar compliance eenvoudiger.”
Hebben jullie tot slot nog een tip voor bedrijven die van duurzaamheidsrapportage een hefboom voor waardecreatie willen maken?
Filip: “Beschouw de oefening niet als een administratieve last, maar als een kans om je bedrijf beter ‘in de vingers’ te krijgen. En maak van duurzaamheid een integraal onderdeel van je visie, missie en structuur. Voor bedrijven als het onze wordt dat in de toekomst een must.”
Davy: “Breng je waardeketen gedetailleerd in kaart – CSRD of niet, dat blijft een nuttige oefening. Leer je belangrijke klanten en hun ambities kennen, speel daarop in, en overtuig je management op basis daarvan van de toegevoegde waarde van duurzaamheid.”
Kristof: “Als het over grote uitdagingen gaat, hoor je weleens de vraag: ‘Hoe eet je een olifant op? Hapje voor hapje.’ Dat geld ook voor duurzaamheid. Mijn tip: wees pragmatisch. Spreek je collega’s aan, hou ze betrokken, breng ze op het goede spoor – of verleg dat spoor desnoods een beetje. Je hoeft het niet in één keer perfect te doen. Vooruitgaan, stap voor stap: dat is het belangrijkste.”
Deze Insight is gebaseerd op het panelgesprek ‘Duurzaamheidsrapportering inzetten voor waardecreatie’ tijdens het vierde Pantarein-event, op dinsdag 14 oktober 2025 in Technopolis, Mechelen.
"In onze relatie met stakeholders is het rapport niet weg te denken. Bij onze klanten vormt het bijvoorbeeld de basis voor gesprekken over samenwerking."
Pantarein begeleidt om je ESG-doelen om te zetten inconcrete resultaten, vertrouwen te versterken bij je stakeholders en een toekomstbestendig businessmodel uit te bouwen. Vraag vrijblijvend een gesprek aan met onze experts via mail@pantarein.be.
