De klok tikt voor bedrijven die onder de Europese Ontbossingsverordening (EUDR) vallen. Die nieuwe Europese wetgeving gaat aantasting van de mondiale bossen tegen door producten met een hoog risico op ontbossing te weren van de Europese markt. Palmolie, soja, koffie, cacao, hout, rubber, runderen en hun afgeleide producten staan daarin centraal. Aangezien de deadline voor naleving - 30 december 2025 voor grote en middelgrote bedrijven en 30 juni 2026 voor kleine bedrijven -, snel nadert, is dit het moment om ervoor te zorgen dat je volledig voorbereid bent.
Ontbossing vormt een grote bedreiging voor de biodiversiteit, het klimaat en de mens. Een aanzienlijk deel van de wereldwijde ontbossing wordt veroorzaakt door productie in Europa of door producten bestemd voor Europa. Met een strikte regelgeving voor de meest kritische producten wil de EUDR daar verandering in brengen.
Het draait allemaal rond zeven grondstoffen waarvan de productie vaak tot ontbossing leidt: cacao, koffie, palmolie, soja, hout, rubber en runderen. Afgeleide producten die deze grondstoffen bevatten of ermee gemaakt zijn, staan ook opgelijst in Annex I van de wet, die bepaalt welke producten onder de EUDR vallen. Het gaat dan bijvoorbeeld om leer, chocolade, papier en meubels.
De EUDR verbiedt bedrijven om al deze kritische grondstoffen in de EU in te voeren, op de EU-markt te brengen of uit de EU te exporteren, tenzij ze aan deze voorwaarden voldoen:
1. Ze zijn traceerbaar tot op het perceel waar ze geteeld werden.
2. Om ze te produceren werd er na 31/12/2020 niet meer aan ontbossing gedaan.
3. De wetgeving van het land van oorsprong (milieu, mensenrechten …) werd gerespecteerd.
Om te kunnen bewijzen dat de goederen in kwestie niet bijdragen aan ontbossing of bosdegradatie, is traceerbaarheid onmisbaar. Elk volume van EUDR-producten dat Europa binnenkomt, op de markt wordt gebracht of uit Europa wordt geëxporteerd, moet voor 100% kunnen worden teruggebracht tot het areaal van oorsprong. Dat betekent dat alle landbouwbedrijven in EUDR-sectoren, van kleine cacaoboeren tot grote palmplantages, met gps-systemen in kaart worden gebracht. De herkomst van al die volumes wordt vervolgens in alle stappen van de supply chain bijgehouden.
De traceerbaarheid van grondstoffen hangt sterk samen met het principe van zorgplicht of due diligence: een grondige risico-oefening waarmee je als bedrijf analyseert waar in de keten mogelijk wanpraktijken gebeuren. Vanuit die kennis neem je als onderneming gepaste maatregelen om eventuele risico’s op ontbossing of bosaantasting te mitigeren. Due diligence wordt ook in andere EU-wetgeving vereist, zoals in de CSDDD en CSRD.
De EUDR onderscheidt vier stappen in het due diligence-onderzoek: gegevensverzameling, risicobeoordeling, risicobeperking en publicatie van informatie.
1. Gegevens verzamelen
In een eerste stap win je alle relevante informatie in over de grondstof of het product in kwestie, de hoeveelheid, leverancier, land van productie, bewijs van legale oogst enzovoort. Een centraal element zijn de geografische coördinaten van de percelen waar de grondstof is geproduceerd.
2. Risico analyseren en beoordelen
Vervolgens evalueer je de risico’s gelinkt aan de grondstof/het product in kwestie. Deze risicoanalyse moet minstens één keer per jaar worden herhaald. Alles draait daarbij rond de risicoclassificatie van het land of de regio waar je grondstof werd geproduceerd. Om de risico’s correct en uniform te laten inschatten, heeft de Commissie een vergelijkende lijst gepubliceerd, waarin alle productielanden staan gerangschikt volgens het risico op ontbossing en bosdegradatie. De lijst bevat drie niveaus: hoog, standaard of laag risico’s. Komen al jouw grondstoffen uit gebieden die een laag risico krijgen toebedeeld, dan zijn er vereenvoudigde due-diligence-eisen van toepassing. Importeer je daarentegen uit regio’s met een gemiddeld of hoog risico, dan zal je een uitgebreidere due diligence moeten uitvoeren. Alle EU-lidstaten kregen een label van laag risico, net als bijvoorbeeld de VS, China, Australië en Canada. Enkel Wit-Rusland, Rusland, Noord-Korea en Myanmar hebben een hoog risico.
3. Maatregelen nemen om het risico te verminderen
In stap twee neem je passende en evenredige risicobeperkende maatregelen, indien dit uit de risicoanalyse nodig bleek. Het kan gaan om aanvullende informatie opvragen, (onafhankelijke) audits uitvoeren, ondersteuning verlenen aan lokale producenten, concrete initiatieven nemen om bos te beschermen … De procedures en maatregelen om risico’s te verminderen moeten minstens één keer per jaar worden herzien.
4. Informatie publiceren
Bedrijven moeten ook het bewijs leveren dat ze aan de EUDR-voorwaarden voldoen met een zorgvuldigheidsverklaring (due diligence statement of DDS). Die DDS bevat de geografische coördinaten van de percelen van oorsprong en andere relevante informatie, en moet worden ingediend voordat een product op de EU-markt wordt gebracht of voordat een product uit de EU wordt geëxporteerd.
De EC heeft een informatiesysteem ontwikkeld om alle DDS in te dienen en bij te houden aan de hand van een uniek referentienummer. De zorgvuldigheidsverklaringen hebben juridische waarde en de inhoud ervan kan worden gecontroleerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Via een trainingsserver kunnen gebruikers alvast oefenen in het indienen van hun due diligence-verklaringen.
Alle Europese bedrijven die handelen in producten die onder het toepassingsgebied van de EUDR vallen, moeten aan de verordening voldoen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het type bedrijf, marktdeelnemers (operators) en handelaars (traders), en tussen grote ondernemingen en kmo’s:
Elke speler in de schakel wordt geacht om een vorm van zorgvuldigheid toe te passen en informatie bij te houden over hun upstream-partners (leveranciers) en downstream-partners (B2B-klanten). Maar in grote lijnen zijn de EUDR-regels verregaander voor marktdeelnemers dan voor handelaars, en voor grote bedrijven dan voor kleine ondernemingen. Daarbij is naar een evenwicht gezocht tussen volledige traceerbaarheid en toepassing van due diligence doorheen de hele keten aan de ene kant, en efficiëntie en administratieve haalbaarheid aan de andere kant.
Spelers stroomafwaarts in de keten kunnen over het algemeen verwijzen naar de DDS van hun leveranciers, opgemaakt bij het binnenkomen van de Europese markt. Zo wil de wetgever vermijden dat elke keer opnieuw hetzelfde onderzoekswerk moet gebeuren. Zorgvuldigheid voor operatoren verderop in de keten bestaat er dan vooral in om de meegegeven informatie van leveranciers te controleren, bv. via audits, om te verzekeren dat zorgvuldigheid eerder in de keten is toegepast. Kleine handelaars moeten uitsluitend een systeem opzetten om grondig bij te houden van wie ze producten ontvangen en aan wie ze hun producten doorverkopen.
31 dec 2020
'cut off date': grondstoffen onder de EUDR mogen niet van een perceel afkomstig zijn dat na deze datum is ontbost, of mogen na deze datum niet mee tot ontbossing hebben geleid.
30 dec 2025
Volledige implementatie van de EUDR vereist voor grote marktspelers.
30 juni 2026
Volledige implementatie van de EUDR vereist voor kleine en micro-ondernemingen.
Ook kmo’s die EUDR-producten gebruiken of vermarkten, moeten zich bewust zijn van hun verplichtingen. Bedrijven die aan minder dan twee van de volgende criteria voldoen, worden als kmo gecategoriseerd:
• Balans tot 25 miljoen euro
• Netto-omzet tot 50 miljoen euro
• Gemiddeld aantal werknemers tot 250
De regels voor kmo’s zijn iets minder streng dan voor grote marktspelers. Kmo’s hoeven zelf geen due-diligenceprocedure uit te voeren, maar zijn wel verplicht om gedurende vijf jaar de contactgegevens van zowel hun eigen leveranciers te verzamelen, als van de bedrijven waaraan ze leveren. Ook de referentienummers van de due diligence statements van hun leveranciers moeten ze bewaren.
Kmo’s krijgen bovendien 6 maanden langer de tijd om de EUDR-vereisten te implementeren in hun organisatie, namelijk tot 30 juni 2026.
In België draagt de FOD Volksgezondheid de verantwoordelijkheid over de handhaving van de EUDR. Federale inspecteurs zullen de checks uitvoeren. Daarnaast moet België, net als de andere EU-lidstaten, jaarlijks verslag uitbrengen aan de Europese Commissie over de controleplannen, de resultaten van de controles en opgelegde sancties.
Moet je nog beginnen aan je EUDR-verplichtingen, of kan je nog hulp gebruiken? Pantarein staat voor je klaar! Neem contact met ons op via mail@pantarein.be om te bespreken hoe we kunnen ondersteunen.